donderdag 20 oktober 2016

Het witte-reiger kasteel van Himeji

Beste vrienden en volgers,

Het zit er weer op, dit is de de laatste aflevering van dit blog Op reis in Japan. Onze verwachtingen waren hooggespannen, maar de werkelijkheid was nog mooier. Vriendelijke mensen, boeiende ontmoetingen, fantastische bezienswaardigheiden en lekker eten. Dit is het verslag van onze laatste dag in Japan.

Het ziet er zo prachtig uit op de plaatjes in de folders, het kasteel van Himeji, en het is ook erg de moeite waard. We nemen de lange rijen en drommen toeristen voor lief, plus het ongemak van een drukkend hete dag. Het kasteel is helemaal van hout, hoewel je dat niet zou zeggen aan de buitenkant. Maar het is bestreken met een soort witte kalklaag. De verklaart ook de naam; het kasteel heeft wel iets weg van een vlucht witte reigers met alle die gevleugelde daken.


Van binnen is het een echt vechtkasteel, het interieur is nogal kaal. Je kan via nauwe trappetjes helemaal tot boven komen, en dan heb je een mooi uitzicht over de hele omgeving. Wat ook defensief gesproken ook de bedoeling was van het kasteel. Het werd gebouwd toen wij de VOC aan het oprichten waren.

Volgens goed Japans gebruik dragen we onze schoen in plastic tassen met ons mee. En overal staan vriendelijke stewards die de bezoekersstromen in goede banen leiden.

 
Ons combinatieticket heeft ook een afscheurstrookje voor de Kokoen Garden. De tuin, of liever gezegd tuinen zijn in 1992 aangelegd op de plaats waar vroeger de samoerai woonden die bij het kasteel hoorden. Gezien de balans en rijpheid van Kokoen zou je een veel hogere leeftijd schatten.



Er zijn negen aparte tuinen, alle natuurlijk Japanse stijl, maar elk met een eigen thema: watertuin, kweektuin, landschapstuin, bamboetuin, theetuin (met theepaviljoen) enzovoort. De tuinen zijn met bamboe schuttingen en lemen muren van elkaar gescheiden, en onze ontdekkingstocht levert steeds weer nieuwe pareltjes van hovenierskunst op.



Rond deze tijd zijn de tuiniers de pijnbomen aan het manicureren (of hoe je dat arborisch noemt); met de hand worden de bosjes naalden uitgedund, en de scheve takjes worden verwijderd met een gouden snoeimesje. Dat laatste is natuurlijk niet waar, maar het geeft wel de zorg en toewijding weer waarmee deze tuinen in stand worden gehouden. Een waardige afsluiting van onze mooie reis door Japan.

Weer buiten worden we opgepikt door de Himeij Loop Bus die ons vermoeide reizigers voor een luttele honderd yen bij het station afzet. Onze laatste expresstrein in Japan dropt ons een uur later in Osaka Central.

Rest ons nog de thuisreis per vliegtuig morgenochtend. In geval van schrijvenswaardigheden volgt nog een appendix op dit blog. Maar voor nu:

Beste vrienden en volgers, bedankt voor het lezen en tot een volgende keer!

woensdag 19 oktober 2016

Koken bij Yoko in Osaka

Beste vrienden en volgers,

We zijn al weer toe aan de laatste paar programmapunten voordat we vanaf Kansai (Osaka airport) weer naar het herfstachtige Nederland vliegen. We pakken de trein naar Osaka, waar ons hotel weer handig vlak naast het centraal station is gelegen.

Osaka Station City is een belevenis op zich. Een complete stad over het station heen gebouwd. Weer ontelbare eethuizen, winkels en grote warenhuizen. Op het stationsplein is speciaal voor de gelegenheid een scateboard parcours uitgezet, waar de jongelui hun halsbrekende toeren uithalen.

Via lange roltrappen kom je door de grote stationshal helemaal naar boven naar de 12e verdieping, waar een gezellige stadstuin is met bomen, Zen-tuinen en een koffieterras met uitzicht over stad. En als je wat meer op rust bent gesteld kan je met de benenwagen nog twee verdiepingen klimmen voor Tenku-no-noun farm, een soort eco-tuin waar ze knolrapen, lof, schorseneren en prei verbouwen, althans het Japanse equivalent. Je zit heerlijk op een bankje tussen het pootgoed en je waant je op het platteland. Een leuk muziekje met viool en steelband verhult het suizen van de enorme uitlaten van de airco van de city.




We nemen de roltrappen door het warenhuis naar beneden, want we moeten nog een Japans kookboek kopen. We komen terecht bij Tsutaya, een reusachtige boekwinkel zoals die in Nederland niet meer bestaat. Overal zitjes om te lezen, en in het midden de coolste Starbucks ter wereld. We scoren een mooi kookboek, met op elke pagina een foto, de Engelse tekst en voor de sjeu ook nog het Japans. Helemaal goed.

Vanavond gaan we koken bij Yoko, een vriendelijk dametje in kimono die bij haar thuis kooklessen verzorgt. En daarna feestelijk dineren natuurlijk. Het klikt meteen en we brengen een genoegelijke avond door. Tussendoor komen we nog wat fijne kneepjes van de Japanse cuisine te weet. 


Haar flat is een metrohalte bij het station vandaan, maar zonder de spontane diensten van een Japanse heer die wat Duits spreekt, zouden we verdwaald zijn. Terug gaan we lopen, maar eerst bewonderen we met Yoko nog een mooie rozentuin. Ze is dol op rozen, maar durft overdag niet aan alle rozen te ruiken. Maar nu is het donker, dus niemand ziet het. Al met al een leuke dag.





dinsdag 18 oktober 2016

Futamiura wedded rocks en Geku shrine

Beste vrienden en volgers, 

Vandaag reizen we van Kyoto naar Ise. Het ligt nogal buiten de toeristische hoofdroute, maar we gaan twee plaatsen bezoeken die voor Japanners erg belangrijk zijn. Het eerste stuk met de Shinkansen gaat als een tierelier, daarna stappen we over op enkelspoor met dieseltrein, de meester met pet op de bok.




In Ise droppen we eerst de koffers in het hotel en nemen het boemeltje naar het plaatsje Futamiura. Het is drukkend warm en de loomheid hangt overal. 


Dan komen we bij de zee. Er is een prettige boulevard waar een windje waait en mooi uiticht op de baai van Ise. Zo komen we bij Meoto-iwa ofwel de 'wedded rocks'. De legende wil dat de twee rotsen het Japanse oerechtpaar Izanagi and Izanami voorstellen, die de oorsprong zijn van het hele Japanse eilandenrijk.


 



De twee rotsen zijn verbonden met dikke touwen van rijststro om de huwelijksband aan te duiden.Vooral 's zomers bij zonsopgang is het hier druk, want dan komt de zon op tussen de twee rotsen. Vroeger was hier het centrum voor parelvisserij. Aan de boulevard ligt een paar oesterhelften van zo'n 230 kg. Hebben denkelijk een parel bevat waarmee je kon voetballen.


Ise heeft zo'n 125 schrijnen, maar we bezoeken er maar eentje, de Geku. Eerlijk gezegd voornamelijk omdat ie het meest vlakbij ligt, maar het is wel een erg belangrijke. Elke Japanner wil hier minstens een keer in zin leven heen. Hier wordt Toyouke no omimami (een godheid van de landbouw - lang leve wiki) vereerd, en ligt in een plechtig bos met oeroude knuffelbare ceders.




Het heiligdom (en de bijgebouwen) worden elke twintig jaar herbouwd op het klaarliggende belendende perceel. Dat gebeurt al sinds de zevende eeuw. De architectuur is van voor die typische Chinese opwippende daken. Het heiligdom is zo heilig  dat je niet binnen mag, laat staan fotograferen. Dit zegt de Japanse wiki:


Was this information useful to you?

 



 

 

 
 

maandag 17 oktober 2016

Een retourtje Nara

Beste vrienden en volgers,

Niet ver van Kyoto ligt de stad Nara, dat een geliefd doel is voor een dagje de stad uit. Het is lekker warm, zeker voor eind october, en de bezienswaardigheden liggen aangenaam op loopafstand van elkaar en niet te ver van het station. Er zijn (zoals overal in Japan) veel tempels en schrijnen, die allemaal druk bezocht worden. Het boeddhisme en de Shinto is hier levend. De oudste tempels hier stammen uit de achtste eeuw, toen wij elkaar nog met Rijnlandse zwaarden te lijf gingen. Maar toen was Nara de hoofdstad van het Japanse keizerrijk.

We wandelen op ons gemak door Nara Park. Hier lopen roedels herten vrij rond en komen verwachtigsvol naar je toe lopen en testen of je al Shika Senbei (deer cracker) hebt gekocht bij een van de vele stalletjes. Soms worden ze wat opdringerig.






Japan is natuurlijk het land van de pagodes, en hier staat er een met vijf daken, het symbool van Nara. Maar het is een replica uit de vijftiende eeuw, de eerste uit de achtste eeuw is afgebrand.



Bij de Todaiji Tempel is de Daibutsuden Hall gelegen, die een reusachtig Boeddhabeeld huisvest. De hal is het grootste houten gebouw van Japan. Roken verboden uiteraard.





In een van de enorme houten pilaren is vlak boven de vloer een gat gehouwen, als het oog van een naald. Men zegt dat als je door het nauwe gat kan kruipen, je in het Nirwana zal worden opgenomen. De vele schoolkinderen gaan dat natuurlijk allemaal proberen. Een Amerikaanse toerist lukt het ook, zij het na een hilarische spartelpartij. Ik persoonlijk ga maar voor Odin's banket.

We parkeren onze billen even bovenop een koele steen in de schaduw om de overgebleven zoete broodjes (nog van Kyomi) op te peuzelen. Als we klaar zijn komt een groepje schoolkinderen, keurig in uniform, langs voor een schoolopdracht. 'Interview een toerist in het Engels, stel je voor, vraag zijn naam en vraag of ie weet waar Gifu ligt (daar komen de schoolkinderen vandaan). En als de toerist Gifu wil bezoeken, moet ie in het rechterhokje van het schoolschrift zijn naam opschrijven'. Nou, daar willen we wel aan meewerken. En de juf krijgt een folder van het Sieboldhuis Leiden kado. In het Japans. Goudverguld is ze.

Bij de Tamukeyama Hachimangu shrine is een free rest area. Je mag zelf een kom groene thee tappen, en even bijkomen van alle reuring en wierook. Vriendelijk verzoek om je kom weer af te wassen bij het aanrechtje in de hoek voor de volgende smachtende.

 
De toegangsweg naar KasugaTaisha Shrine is omzoomd door vele honderden stenen lantaarns, wat een heel apart effect geeft. Ze zijn gedoneerd door aanbidders, die hier al eeuwenlang het heiligdom komen bezoeken. De lantaarns worden twee keer per jaar ontstoken tijdens speciale lantaarn festivals.



Tegen vijf uur drommen we samen met de overige dagjesmensen Nara Station weer binnen en een uur later staan we op Kyoto Centraal. Een heerlijk dagje de stad uit.

Vlakbij de Shinkansen perrons waar we morgen Kyoto zullen verlaten, vinden we nog weer een rits eettentjes; voor mensen die voor ze op de bullit train springen gauw nog wat willen eten. Het wordt curry met rijst en paddestoelen en geroosterd varkensvlees.

zondag 16 oktober 2016

A sunday's stroll along Tetsugakuno Michi

Dear friends and followers,

Today we have the luck to meet mr Kohei en mrs Kyomi again for another lovely day of Kyoto sightseeing. We meet at Yasaka shrine, which is a convient meeting point near the bus stop in Gion quarter.

Vandaag hebben we het geluk om nog een heerlijke dag in Kyoto te beleven met meneer Kohei en mevrouw Kyomi. We treffen elkaar bij de Yasaka schrijn, een handig ontmoetingspunt vlakbij de bushalte in de wijk Gion.

First we head for Ginkaku-Ji temple (Ji means temple), which has a silver pavillion. All we see, but no silver pavillion. How come? There certainly is a pavillion, from wood, but when it came to decoration with silver, the money rang out. But the name stuck. Instead, there are luscious gardens with sand patterns wich are renewed every day. The great mound of sand is for moon-viewing (at full moon), but only a few people fit on it. In Japan there is the word that when you go moon viewing, you see a triple moon: one real moon, one reflection in the pond, and a third reflected in your sake cup.

Eerst bezoeken we de Ginkaku-Ji tempel (Ji = tempel) met een zilveren pavillioen. Alles wat we zien, maar geen zilveren paviljoen, wel een houten. Toen het klaar was een het zolver erop kon, was het geld op. Maar de naam bleef. Er zijn evenwel prachtige tuinen met geharkte zandfiguren die elke dag opnieuw gemaakt worden. De grote zandberg is om op te zitten en naar de volle maan te kijken. Zo te zien passen er niet veel mensen op. In Japan gaat het verhaal rond dat je drie manen ziet: een echte, een refectie in de vijver, en eentje in je sake kom.


Now we come to the real challenge for today: climbing Mount Daimonji. We have a strenuous walk uphill, but the reward is grand; we have a broad view over the whole of Kyoto, and in the distance you can even see the city of Osaka. In this uplifting surroundings we have a light lunch and a nice chat.

Nu komt er een zware klus: het beklimmen van de berg Daimonji (deze ji is geen tempel deze keer). Het pad gaat vermoeiend steil omhoog, maar de beloning is er naar: Kyoto ligt aan onze voeten. In de verte zien we zelfs Osaka liggen. Het is een stimulerend plekje en we eten een hapje en kletsen wat.



After the descent from Mount Daimonji we stroll along Philosopher's path (Tetsugakuno Michi), a pleasant footpath along a small canal, dotted with tea houses, icecream parlours and small boutiques. It's the perfect place to be on a sunny sunday's afternoon. In spring it will be spectaculair, the cherry-blossom trees will be in full bloom. But by then it will be quite crowded.

Als we weer beneden aangelamd zijn, kuieren we langs het Filosofenpad (Tetsugakuno Michi), een plezierig voetpad langs een smal kanaal, met af en toe een theehuis, een ijssalon of een boutiekje. Perfect voor een zonnige zondagmiddag. In de lente is het hier spectaculair met alle bloeiende kersenbloeem. Maar het is dan erg druk hier.



On the way we visit Honen-in temple, a quiet and peaceful little temple surrounded by a beautiful small garden. Kohei-san is as good as to translate the mysterious sign in front of the temple's gate. It says it's forbidden to go into the temple while being drunk. So much for unreadable text in beautiful calligraphic characters.


Onderweg komen we langs de Honen-in tempel een klein en vreedzaam geval omringd door een bekoorlijke kleine tuin. Kohei-san vertaalt voor ons graag wat er op die mysterieuze sten paal staat voor de poort: verboden voor dronkaards. Het waren nog wel zulke mooie calligrafische letters ...





We taste a big cone of green tea icecream in one of the little parlours. As the Japanse don't have a sweet tooth, it's not too sweet and it is remarkably refreshing.
Nanzenji temple has de biggest porch in the whole of Japan (plus a big Tori). On the grounds there is an aquaduct built to transport fresh water from Lake Biwa to Kyoto.

We nemen een lekkere grote ijs van groene thee in een van de stalletjes. De Japanners houden niet van heel zoet en het is verukkelijk ijs. De tempel van Nanzenij heeft het grootste poortgebouw van Japan (en een grote Tori). Er is ook een stuk aquaduct te vinden, die het water van het Biwa-meer naar Kyoto laat stromen.




As we eventually reach Heinanji shrine, we find it already closed. But we are able to catch a glimp of the facade. Now it's starting to drizzle and it is getting dark. The rain is goodbye tears, for it's time to part from Kohei-san and Kyomi-san. We hop on the same bus, but have to get off at different stops. Goodbye and thank you so much for being our hosts in Kyoto!

Uiteindelijk komen we aan bij de Heinanji schrijn, maar die is net dicht. Gelukkig kunnen we de facade zien over het hek heen. Het wordt nu al donker en het begint te miezeren. De regendruppels zijn een beetje de tranen voor het komende afscheid, want onze tijd met Kohei-san en Kyomi-san raakt op. We springen op dezelfde bus, maar ze moeten er een paar haltes voor ons af. Vaarwel en bedankt voor jullie gastvrije onthaal in Kyoto!
 
 


zaterdag 15 oktober 2016

A happy day with Kohei-san en Kyomi-san

Dear friends and followers,

Some months ago we asked our travel agent if it was possible to meet a Kyoto family during our stay. They arranged contact with Mr Kohei and Mrs Kyomi, with whom we exchanged many emails. We agreed to meet today, and visit some shrines and temples the four of us together.

Een paar maanden geleden vroegen we aan de reisagent of er de mogelijkheid was eens bij  echte Japanners over de vloer de komen. Dat kon, en we kregen meneer Kohei en mevrouw Kyomi. Na een lange gezellige mailwisseling prikten we de datum van vandaag om met z’n vieren tempels te gaan bezoeken.

This blog is being followed by them, and since their knowledge of English is much better than their Dutch, I write this blog in English, so that they too can read and understand it.



We spent a wonderful day day with our hosts, doing a tour a little off the beaten track, in and near the Arashiyama quarter. We started with visiting Tenryuji temple, with a beautiful pond, and went through a bamboo forest with huge bamboo trees.


Het wordt een leuke dag met onze gastheer en –vrouw, met een tour even buiten de getreden paden in de wijk Arashiyama. We beginnen met de Tenryuji tempel met een beeldige vijver met op de achtergrond de bergen en wandelen vervolgens door een volgroeid bamboebos.




At Giouji temple, there is a very nice moss garden witch boasts numerous varieties of moss. Kyomi-san brought some sweet bread for lunch from her own oven, which tasted exquisite.Inbetween the visits we had ample time to socialize and get to know each other better. Whatever language barrier there may exist, it is solved by Google translate.

De Giouji tempel heeft een fijne mostuin, met veel verschillende soorten mos. Kyomi-san heeft zoete brooodjes meegenomen voor de lunch die ze zelf heeft gebakken. Ze zijn erg lekker. Intussen hebben we ruim de tijd om met elkaar te praten en elkaar te leren kennen. Als er al een taalbarriere is, wordt die meteen geslecht door Google translate.


At Adashino-Nenbutsuji temple there are thousands of buddhist statues in memory of people who died without kin. Most statues are so eroded by time that you can hardly make out the Buddha image. An somewhat eerie place to visit.

Bij de Adashino-Nenbutsuji tempel staan duizenden boeddhistische beeldjes te gedachtenis aan mensen die eenzaam zijn gestorven. De meeste zijn zo verweerd dat je nauwelijks nog kan zien dat het een beeldje is.Een beetje een lugubere plek.


Much more joyous is Otaginenbutsuji temple, which houses hundreds of Rakan statues, all of them are funny and get you into a good mood.

Veel vrolijker is de Otaginenbutsuji tempel met honderden Rakan beeldjes. Ze hebben allemaal wat grappigs en krikken je humeur op.


Daikakuji Temple is a formerly Imperial villa, turned into a temple, and has again a beautiful garden.
All this walking tired us out a little, so we went to a teahouse near Togetsukyo Bridge (i.e. Bridge of the Passing Moon) and had some refreshing green tea with real Japanese sweet snacks.

De Daikakuji tempel is een voormalige keizerlijke villa met alweer een prachtige tuin. We worden een beetje moe van al dat wandelen, dus gaan we naar een theehuis bij de Togetsukyo brug voor een kom groene thee en wat heerlijke Japanse zoetigheden.




 We were kindly invited at our hosts' home and had a nice dinner, with tempura and many other dishes, among them takoyaki (a famous snack with octopus). We thank Kohei-san and Kyomi-san 1000 times for a wonderful day in Kyoto!

s Avonds ziijn we van harte uitgenodigd voor een lekker dineetje thuis met tempura en vele andere gerechten. De bekende Takoyaki (deegballetjes met octopus) zijn ook weer van de partij. Kohei en Kyomi bedankt voor een heerlijke dag i Kyoto! Kohei heeft in de woonkamer een massagestoel staan. Een aanrader.